Verlies rondom Zwangerschap & schrijven

Heb jij te maken met Verlies rondom je zwangerschap? Verlies van je kind, verlies van gewenst ouderschap, verlies van gezondheid…? Dan is schrijven met gelijkgestemden misschien wat voor jou.

In een klein groepje schrijf je drie ochtenden over jouw ervaringen. De ochtenden zijn ook los te volgen. Je krijgt handvatten om al schrijvend om te gaan met het verlies en te verkennen hoe jouw leven er nu uitziet,

Heb je interesse? Mail dan naar info@schrijftuintje.nl


‘Schrijf je Rouw’ workshop Jonge Weduwen

Voor Netwerk Hemelrijk, een netwerk van jonge weduwes en kids, is er af en toe een speciale workshop. Zie agenda voor de eerstvolgende datum.


In de winter van 2016 maakte Anne Griet Franssen, journalist van Trouw, de volgende reportage:

‘Schrijf je Rouw’ 

28-01-2016, Utrecht Schrijf je Rouw foto Bram Petraeus
28-01-2016, Utrecht
Schrijf je Rouw
foto Bram Petraeus

Een buiten-jezelf-doding noemt Miranda het. En tegen de kinderen zegt ze dat hij een ongeluk in zijn hoofd heeft gehad. Ze stonden op het punt naar Milaan te verhuizen: zij, haar Ronald en de twee meisjes. Tot de politie aan de deur stond: ze hadden hem dood gevonden. Geen enkel voorteken had dit scenario kunnen vermoeden.

Na de uitvaart kwam een vriendin  aanzetten met een schriftje. Misschien, zei ze , helpt het om te schrijven. “Mijn man is dood”, wilde Miranda roepen. “Wat moet ik in hemelsnaam met een schriftje.”

Toch pakte ze het op. Niet meteen – het duurde weken. Of waren het maanden? De eerste periode was het een van-je-afschrijven. Schrijven om te overleven, om het hoofd boven water te houden. Maar met de jaren werd het een naar-je-toeschrijven. Schrijven om weer te beleven, herinneringen te maken. Met jezelf te integreren. Schrijven om weer heel te worden.

Nu geeft ze workshops vanuit haar ‘Schrijftuintje’ en zit Miranda met zeven vrouwen aan de huiskamertafel in haar doorzonwoning in Utrecht. Acht jonge weduwen, acht opengeslagen schriften. Het is donderdagochtend, de kinderen zijn naar school. De weduwen komen om te schrijven.

Hoeveel jaar? Is de eerste vraag die ze elkaar stellen. Vier. Twee. Zes. Nog geen één. Het is het getal dat verbindt. Dat het stadium van rouw ietsjes inzichtelijker maakt.

De eerste opgave: zet de datum op papier. Dat lijkt makkelijker dan het is. “Is het echt 2016?” vraagt Debby. “Ik schrijf nog steeds 2012 bovenaan elk document. Daar is de tijd gestopt met lopen.” De tafel knikt. Dat de klok doortikt terwijl het leven stilstaat – dat is maar moeilijk te bevatten.

Miranda legt de regels uit. “Ik geef een opdracht en daarna begint iedereen met schrijven.” Je schrijft intuïtief. Schrijven zonder oordeel, zonder dat het mooi of goed moet zijn. “Troepschrijven is toegestaan, is goed zelfs”, zegt de gastvrouw.

“Probeer een sprintje te schrijven, te schrijven zonder je pen van het papier te halen. Als we klaar zijn mag iedereen delen wat ‘ie heeft geschreven. Door het hardop uit te spreken gooi je de woorden als het ware het universum in.  Maar je mag ook zeggen: ik pas.”

Dit is de derde keer dat Miranda zo’n bijeenkomst houdt. Elk seizoen een sessie. Bij mooi weer gaan ze naar haar moestuin en schrijven ze tussen de groenten.

“Stichting De Jonge Weduwe zorgt voor een lichtpuntje, een perspectief, in vele levens van jonge vrouwen en hun kinderen. Met de ‘schrijf je rouw’ workshops draag ik daar graag mijn steentje aan bij”, aldus Miranda.

“Maak de zin af”, begint Miranda de oefening. “Als puntje-puntje-puntje me nu zou zien, zou hij…” De vrouwen buigen zich over hun bladzijdes, tot Miranda het signaal geeft: de tijd is om.

“Zou hij trots zijn op hoe ik het gezin draaiende houd.”

 “Zou hij bijna 40 zijn, die lieve Giorgio. Eindelijk geen jochie meer. Maar ik zal altijd jonger zijn dan jij schat, zou hij zeggen. En zo is het.”

“Zou hij het niet voor mogelijk houden zoveel jonge weduwen  in zijn huiskamer te zien zitten. Maar hij hield van vlekken op de tafel, dus deze tranen mogen er wel bij.

“Hoe lang is het voor jou geleden”, vraagt gastvrouw Miranda aan de andere Miranda in de groep.

“Net vijf jaar. We gingen voor het eerst met z’n vieren op vliegvakantie, een all-inclusive naar Marokko. Op de laatste dag was het ineens klaar. De autopsie wees uit dat hij een virus op zijn hartspier had.

De jongste was zeven maanden en kreeg nog borstvoeding. Ik had een half pakje melkpoeder meegenomen, voor de zekerheid. Stel dat ik in het ziekenhuis zou belanden – dan zou mijn man de kleine tenminste kunnen voeden. Nu was ik het die de melkpoeder moest aanbreken. De borstvoeding stopte van de spanning.

Ik was 35.  ‘Pas maar op, je haalt me nog een keer in’, zei hij grappend als ik jarig was.”

Het is weer tijd om te schrijven. “Toen ik puntje-puntje-puntje verloor…” Even alleen het geluid van de pennen op papier.

“Dacht ik: welke idioot heeft dit scenario verzonnen?”

“Verloor ik ook mijn jeugdliefde. De meest onbaatzuchtige, onvoorwaardelijke vorm van liefde.”

“Stokte mijn adem, zoals zijn adem was gestokt. Gebeurt dit echt? Midden in ons prachtige leven?”

Het is net een hechte groep vrienden, hoe ze daar met z’n achten zitten. Te schrijven, te delen, te luisteren. Terwijl de meesten elkaar voor deze donderdag nog niet kenden. De herkenning schept direct een band.

Sommige van de vrouwen durven voorzichtig aan een nieuwe lief te denken. Sandra is blij met de aandacht van leuke jongens op de dating-app Tinder. Met de meeste van hen chat ze alleen. ’s Ochtends pingelt haar telefoon onophoudelijk van de goedendagwensen die ze krijgt.

 “Hoe werkt dat dan precies, die app?” Bianka gaat naast Sandra zitten. “Je moet eerst een Facebook-profiel aanmaken, en met dat profiel sta je dan op Tinder.” “Hoe weet je dan wat iemand doet, wie iemand is?” “Dat weet je niet.  Je hebt alleen die foto, en de informatie hoe dicht iemand bij je in de buurt woont.”

Miranda kondigt een laatste opdracht aan. “Wat wil je van het komende jaar?”

“Een open hart. Misschien weer eens een keer paardrijden. Mijn huis opruimen.”

“Goed voor mijn kinderen zorgen. En voor mezelf.”

“Een nieuwe keuken. Wat vind ik dat spannend, zeg, zo’n grote beslissing nemen zonder hem.”

De schrijfsessie is op z’n eind. Vijf vrouwen vertrekken – ze moeten de kinderen uit school halen. Een groepje van drie blijft achter.

“Het werkt bevrijdend om gelijkgestemden te ontmoeten”, zegt Sandra. “Hier ben ik heel primitief mezelf.” Twee weken na de dood van haar man begon ze met schrijven. “Ik had geen woorden, alleen mijn schrift. Als iemand vroeg: hoe was de vakantie?, was mijn antwoord: wacht, ik zoek even het op.”

 “Schrijven geeft kracht”, zegt Miranda. “Ik schrijf om tot mezelf te komen.”

“Het kan het altijd erger”, zegt Debby. “Ik herinner me die vliegramp in Tripoli waarin dat jongetje als enige de crash had overleefd. Op zulke momenten prijs ik me gelukkig met mijn zeven kinderen en twee kleinkinderen.”

 “Wij zijn er nog”, zegt Miranda. “Wij kunnen nog iets maken van het leven. Het leven met de kinderen is zo intens, zo vol levenskracht. Zoals verdriet je naar de keel kan grijpen – zo kan geluk dat nu ook.”